Ik ben niet goed genoeg

Ik ben niet goed genoeg

Misschien herken je de gedachte hierboven wel van jezelf. Grote kans dat je deze gedachte als kind voor waar hebt aangenomen. Een zogenaamde kindconclusie. De aankomende weken ga ik je meenemen in wat een kindconclusie nu eigenlijk is en waarom je daar nu, in je volwassen leven, nog last van kunt hebben.

Zoals het woord al zegt zijn dat de conclusies die we trekken als kind. We zijn vaak kleine kinderen die grote conclusies trekken die ons ons hele verdere leven blijven achtervolgen.

In een reactie op de buitenwereld trekken we van jongs af aan conclusies over onszelf, de wereld en onze plek hierin.  En we beginnen hier al mee als we nog een baby zijn en nog niet alles kunnen overzien. 

Als een baby bijvoorbeeld niet genoeg of niet op tijd eten krijgt, en dit regelmatig voorkomt, dan ontwikkelt het kindje een gevoel van ‘niet genoeg’. Dit gevoel blijft echter niet beperkt tot alleen het eten, maar leidt tot de onbewuste conclusie: ‘ik ben niet goed genoeg’. 

Dit gaat zo diep dat we dit de rest van ons leven meedragen en we van hieruit gaan leven. Het zijn de onbewuste gedachten die ons influisteren wie we moeten zijn en wat we moeten doen om geliefd en succesvol te zijn.

Maar je gedachten als kind zijn niet perse waar. Vaak niet zelfs, maar toch trekken we er onze kindconclusies uit. En er is geen ontkomen aan, iedereen doet het. Alleen heeft de een er totaal geen last van en wordt de ander er door tegengehouden en geplaagd.

 

Kindconclusies herkennen

Komt van een van de onderstaande uitspraken jou iets bekend voor?

‘Ik hoor er niet bij.’

‘Ik ben gewoon niet goed genoeg.’ ‘

‘Ik kan het toch niet’

‘Ik kan maar beter doen wat ze van me willen.’

‘Niemand luistert naar mij’

‘Ik moet ook altijd alles alleen doen’.

De kans is groot dat deze gedachte of gedachten voortkomen uit jouw kindconclusies. Maar hoe herken je ze nu eigenlijk? Belangrijk is het om eerst te weten of je vanuit je kindstuk reageert of als volwassene reageert op een situatie.

Als je in je kindstuk zit dan blijven je gedachten maar doorgaan en blijf je malen. Als je een  volwassen reactie hebt, dan is dit niet zo.

Kindconclusies zijn te herkennen aan:

  1. Herhaling

Blijven je gedachten maar doorgaan en doorgaan?  Heb je steeds dezelfde gedachten en blijf je van binnen maar argumenten aandragen voor je problemen of om je gedrag te rechtvaardigen? Grote kans dat je hier een kindconclusie te pakken hebt.

  1. Druk.

Gedachten vanuit een kindconclusie oefenen een bepaalde druk uit. Je Moet met een hoofdletter. Jij Moet iets en wel meteen. Jij Moet je wel aanpassen anders gebeurt er…. Jij Moet je wel strategisch opstellen.

  1. Absoluut.

Het 3e kenmerk is dat de kindconclusies zwart-wit zijn. Nooit zal iemand jou helpen. Niemand is te vertrouwen. Jij moet altijd de lieve vrede bewaren. Aan woorden zoals ‘altijd’ en ‘nooit’ herken je een kindconclusie.

Maar feedback vanuit de buitenwereld kan je ook op je kindconclusies wijzen. ‘Jij moet altijd gelijk hebben’ of ‘Jij moet altijd het laatste woord hebben’. Het is goed om bij dat soort opmerkingen eens bij jezelf te rade te gaan. Waar komt dat eigenlijk vandaan?

Negatieve gedachten veranderen

Veel van onze gedachten zijn dus gebaseerd op conclusies die wij als kind getrokken hebben. In ons brein galmen nog steeds, vaak onbewust, diezelfde negatieve gedachten na. Je hier bewust van worden geeft zoveel mogelijkheden om dit te veranderen. Je hoeft namelijk niet alles te geloven wat je denkt.

Daarnaast kun je als je begrip hebt van je kindconclusies geeft dat gelijk ontspanning. Je kunt meer begrip voor jezelf, maar ook voor anderen opbrengen.

De vijf kindconclusies

Ik ga in deze blog kort in op de vijf kindconclusies. Het kan een schok zijn, maar ook een blik van herkenning. Een stap in de richting naar de authentieke jij.

Conclusie 1: ‘Ik ben niet welkom, ik moet hier weg’

De eerste kindconclusie komt voort uit de doodsangst van een pasgeborene. Zal ik deze eerste kwetsbare periode op aarde overleven? Misschien heeft de moeder angsten, onzekerheden, weet ze niet of ze de verantwoordelijkheid voor een nieuw leven aankan. Een hard geluid maakt de baby aan het schrikken en het lijfje krimpt ineen. De eerste verbindingen in de hersenen worden gelegd en de angstige fysieke reacties in het lijfje opgeslagen.

Veel mensen die zich in deze conclusie herkennen zijn origineel. Ze hebben gevoel voor schoonheid en zijn spiritueel. Maar met hun hoofd in de wolken hebben ze moeite om hun leven op orde te krijgen.

Gedachten die bij deze conclusie horen zijn: ‘Was ik maar ergens anders op een andere plek, in een andere tijd – misschien was ik dan wel gelukkig’. ‘ Ik vind de wereld hard en naar’. ‘Ik weet niet of ik hier wel wil zijn’. ‘Ik droom van mooie harmonieuze rustige plekken.’

>> Lees hier mijn blog over deze conclusie

Conclusie 2: ‘Er is niet genoeg, ik ben niet genoeg’.

De angst voor tekort is de basis van deze kindconclusie. Een baby is in doodsangst als de ouder/verzorger niet komt als het wakker wordt van de honger. Of wanneer het in de wieg gelegd wordt als het zich nog niet voldaan voelt, nog honger of meer aanraking wil. De onbewuste conclusie die zo’n kindje legt is: Er is niet genoeg voeding, niet genoeg tijd, niet genoeg voor mij… ik ben niet genoeg.

Voorbeelden van deze conclusie zijn mensen die leven met dat er ‘niet genoeg tijd is’, dat ze niet leuk, grappig, talentvol genoeg zijn. Ze gaan overcompenseren en blijven maar doorgaan, want er is nooit genoeg. Er is een onstilbare honger naar meer. Wat dat meer dan ook mag zijn.

Gedachten die hierbij horen zijn: ‘Ik doe het niet goed genoeg’, ‘Ik ben niet goed genoeg’, ‘Ik krijg nooit wat terug van wat ik geef’, ‘Ik wil andere mensen niet om hulp vragen’.  ‘Ik moet het ook altijd allemaal alleen doen’.

Conclusie 3: ‘Jij je zin! Dan hou ik mij wel koest’.

Deze conclusie komt vanuit verwarring en het gebrek aan zeggenschap. Jonge kinderen willen hun ouders en verzorgers graag gelukkig houden, maar doen soms dingen waar volwassenen boos van worden. Ook komen jonge kinderen vaak in een situatie terecht die ze niet willen, maar ze zijn niet in staat zich te verweren en voelen zich machteloos om een grens te stellen. Ze zijn boos, maar durven dat niet te laten zien om de liefde van hun ouders/verzorgers niet op het spel te zetten. Als oplossing slikken ze hun boosheid en verwarring in en schikken ze zich in hun lot.

Gedachten die hierbij horen zijn: ‘Laat ik nu maar gewoon meedoen, dan heb ik er het minste last van’, Ik weet niet goed wat ik wil en laat keuzes liever aan anderen over’, ‘Zo maak ik geen vijanden’, ‘Het is alsof ik niemand ben’, ‘Het voelt wel machteloos’, ‘Ik hou me graag van de domme’, ‘Ik kan er toch niks aan veranderen’.

Conclusie 4: ‘Ik mag nooit meer verliezen’

De basis van deze conclusie zijn rolwisselingen en grandioze gedachten. Met het grootste gemak zien peuters en kleuters zich als de redder van de wereld, maar ook als de ware partner van vader of moeder. Een liefkozing wordt geïnterpreteerd als een bevestiging daarvan en ze voelen zich verraden als het toch anders blijkt te liggen. Hun kinderhart wordt gebroken en hun vertrouwen geschaad. Hieruit komt de gedachte: Dit nooit meer! Ik mag nooit meer verliezen.

Mensen die deze conclusie getrokken hebben kunnen goed vooruit kijken, en controle houden.

Gedachten hierbij zijn: ‘Weet wie je vrienden en wie je vijanden zijn’,  ‘Ik hou iedereen in de gaten en weet precies wanneer iemand een streek (met mij) uithaalt, dan ben ik ze voor want ze zullen mij niet krijgen’, ‘Ik zorg wel dat ik als winnaar uit de bus kom’.

Conclusie 5: ‘Ik moet me gedragen’

Het kan zijn dat een kind zich niet herkent in de manier waarop het gezinsleven is vormgegeven. Een kind wil zijn ouders altijd laten merken hoeveel het van hen houdt, maar doet dat op een manier die niet door de ouders begrepen wordt. Er wordt een onzichtbare grens overschreden, maar het kind weet niet waar die grens lag en voelt zich onbegrepen en terechtgewezen. Om dit te voorkomen leert het zichzelf gewenst gedrag aan.

Mensen die dit als onderliggende conclusie hebben liggen vaak wakker met de vraag of ze wel het juiste hebben gezegd of gedaan. Zelfs al weet de ander al helemaal niks meer van het gesprek of voorval. Als je deze conclusie getrokken hebt kun je vaak goed observeren.

Gedachten hierbij zijn: ‘ik heb regels nodig, dan weet ik waar ik aan toe ben’, ‘Ik heb geleerd hoe ik met mensen en situaties om moet gaan, maar ik hou wel afstand’, ‘Ik voel niet veel, maar ik weet wel precies hoe het hoort’, ‘aan de buitenkant ziet mijn leven er perfect uit, maar van binnen is het leeg en koud’, ‘Ben ik wel echt?’.

De kwaliteiten

Een vijftal conclusies die ons leven moeilijk maken, maar die ook enorme kwaliteiten met zich meebrengen. En het is de kunst om dat te zien en om dat te gaan gebruiken.
Wil je nu al meer inzicht in welke conclusies jij voor jezelf getrokken hebt? En welke gedachten je daardoor hebt? Laat het me hier dan gerust weten. Dan plannen we een gratis ‘jouw volgende stap  sessie’ zodat jij de stappen naar jouw authentieke jij kunt gaan maken.